Proef je met je tong, je neus of je hersenen?
Hatseflats. Ik heb hier vijf dikke, moddervette koeientongen. De vraag is: proef je nou met je neus, je tong of je brein? Ik heb hier de smaken zoet, zout, zuur, bitter en umami. De vijfde basissmaak. Dat betekent hartig en umami zit dus in oude kaas, maar ook in zeewier, truffel, olijven en rijpe tomaten. Heerlijk deze. Vroeger dachten ze dat al deze vijf basissmaken een eigen plekje op de tong hadden, maar dat is dus niet zo. Nee, eigenlijk zitten die smaakpapillen gewoon allemaal verspreid over je hele tong. Nou, dat kun je ook zien als je in de spiegel kijkt. Oh ja, kijk. Op je tong zitten allemaal van die stippeltjes. Kijk maar. Ja. Nou, die puntjes, dat zijn dus die smaakpapillen. En in die papillen zitten piepkleine smaakgevoelige sensoren. Dus de smaakgevoelige celletjes die die informatie over wat je proeft doorsturen naar je hersenen. Dus eigenlijk klopt dit niet. Alle smaken zitten dus verspreid over je hele tong. Is meer zo he? Ja, gewoon alles zit overal eigenlijk he. Zo een beetje suiker. Umami, zout, hoppa. En die vijf smaken, die kun je pas waarnemen als ze opgelost zitten in je speeksel. Wat doe je? Dat is een weekje sparen met de jongens van de hobbyclub. Oke. Oke. Mmm. Nou, die hele smaakontwikkeling zoals dat heet, dat gebeurt al vanaf het moment dat je in de buik van je moeder zit. Oh, hij plast. Ja. Goh, kijk nou die koedelie koedelie. Zo. Oke. En een baby zwemt in de buik van z'n moeder lekker rond in het vruchtwater. En alles wat de moeder eet komt dus in dat vruchtwater terecht. En de baby krijgt dus al die smaken al binnen via dat vruchtwater. Lekker. Wanneer kinderen een jaar of tien zijn, hebben ze nog maar de helft van de smaakpapillen over waarmee ze geboren werden. En door dat verliezen van die smaakpapillen lusten ze eigenlijk steeds meer. Ja dus hoe ouder je wordt, hoe meer smaakpapillen je verliest en hoe meer je lust. Dus als volwassene proef je eigenlijk gewoon minder. Zullen we nog een lekker slotproefje doen, heb ik eigenlijk wel zin in. Ja is goed. Ja? Ja. Leuk. Oke, ik wil dat je even je ogen dicht doet en je neus dichtknijpt. Ja, dan leg ik iets op je tong kijken of jij kan proeven wat dat is. Kijk, komt ie he. Oke, wat is dit, wat proef je? Ha ha ha. Wat zeg je? Ik proef niks. Je proeft niks, oke laat dan nu je neus eens los. Ahhh prof dat is vies man! Maar het laat wel zien dat je neus dus ook heel belangrijk is om te proeven. Kijk, proeven doe je natuurlijk met je tong. Om echt te weten welke smaak je waarneemt, heb je drie organen nodig: je neus, je tong en je hersenen natuurlijk. En die werken samen op een prachtige manier. Echt fantastisch. Ja. Maar wat verder ook nog een grote rol speelt is temperatuur, kruidigheid en structuur. Want stel je voor, je eet chips die niet kraakt, dat smaakt helemaal niet. Nee, of een of een koude frikandel, da's ook niet lekker. Ja. Hoewel, koud frikandelletje.