Wat zijn fossielen?
Met de term ‘fossielen’ bedoelen we resten van dieren of planten die op natuurlijke wijze bewaard zijn gebleven. Dus niet je leraar aardrijkskunde want die leeft nog - een beetje. Elk overleden dier wil natuurlijk dolgraag een fossiel worden. Om dat te bereiken moet het kadaver heel snel bedekt raken met bijvoorbeeld een laag zand of klei. De ‘weke delen’ van het dier vergaan al snel, maar de botten die overblijven hebben een mooie toekomst. Door de aanvoer van allerlei mineralen, raken deze botten langzaam versteend. En dan bedoel ik ook laaaaangzaaaaaam… het duurt miljoenen of zelfs miljarden jaren, wanneer er allerlei aardlagen bovenop komen. Het Latijnse woord ‘fossilis’ betekent dan ook ‘opgegraven’. Als je op fossielenjacht gaat neem je dus in elk geval een schepje en houweeltje mee.
Naast verstenen zijn er nog andere manieren van fossiliseren. Een afdruk van een blaadje, een superklein insect gevangen in barnsteen of een complete mammoet in het ijs. Deze fascinerende fossielen geven ons een kijkje in het verleden van het leven. Als je ook houdt van diepgravend onderzoek, kan je er je beroep van maken. Dan word je paleontoloog, en mag je de hele dag met fossielen pielen.