Het verhaal achter de Rampnacht: De Watersnoodramp van 1953
De Rampnacht
Diep in de nacht op zaterdag 31 januari 1953 stormde het hevig. In Zeeland en Zuid-Holland was hoogwater en de wind kwam van het noorden. Stond het water eerst nog laag, nu kwam het water over de dijken heen. Toen ging het mis! Heel vroeg in de ochtend braken de dijken door. Omdat iedereen lag te slapen had niemand het eerst door. Totdat het te laat was. Heel veel huizen zijn ingestort en veel mensen zijn verdronken. De mensen hebben geprobeerd met zandzakken de dijk te dichten. Dit lukte helaas niet overal. De volgende dag was de storm nog heftiger. Door het water werkte de radio en de telefoon ook niet meer. Er waren toen nog geen smartphones en computers. Hierdoor hoorde de rest van Nederland pas dagen later wat er was gebeurd.
Hoe kon de Watersnoodramp gebeuren?
Doordat Nederland nog aan het herstellen was van de 2e Wereldoorlog waren de dijken niet meer sterk genoeg. Mensen waren nog hard op zoek naar werk. Hierdoor werden de dijken niet onderhouden en steviger gemaakt.
Waren er veel slachtoffers?
Bij de Watersnoodramp zijn zo’n 1800 mensen omgekomen. Naast mensen zijn ook er ook veel koeien, paarden, varkens en andere dieren omgekomen. Ook kwam er zo vlak na de oorlog, opnieuw veel schade bij. Veel dijken, polders, bruggen en huizen waren beschadigd. Het water was niet meteen weg en veel mensen moesten worden opgevangen. Hierbij hielp het leger en veel mensen gaven geld en spullen.
Daar zie je nu niets meer van?
Dat klopt! De Watersnoodramp was heel erg. Nederland wilde niet dat dit nog een keer kon gebeuren. Alle dijken werden gemaakt en er werden nieuwe dijken en dammen gebouwd. Deze dijken en dammen samen noemen we: De Deltawerken. De Deltawerken zorgen ervoor dat het water Nederland in en uit kan stromen. Wanneer het weer heftig stormt kunnen de dammen en sluizen dicht. Hierdoor zijn we goed beschermd.