Hoe wordt pindakaas gemaakt?
Hoe maak je van die harde pinda's lekkere smeuïge pindakaas. Dat weten ze hier in Rotterdam bij de pindakaasfabriek.
Hier achter me zit een smaakpanel pindakaas te proeven De pindakaas moet eerst een dag en een nacht in de fabriek blijven, voordat hij de winkel uit mag en op je boterham gesmeerd kan worden.
Maar waarom mag hij eigenlijk niet meteen de fabriek uit? Dat is om de juiste smeuïgheid en stevigheid te krijgen. Want daar draait het natuurlijk allemaal om bij pindakaas. We gaan bij het begin beginnen. De pindaplant. Hier groeien ze aan. Onder de grond. Ze heten ook wel aardnootjes, olienootjes of apennootjes. Maar het zijn helemaal geen nootjes, het zijn bonen. Kijk, hier zitten ze, aan de wortels vast. In een dopje. De pinda komt oorspronkelijk uit Peru, hier in Zuid-Amerika. Ze groeien in een land waar het warm is en heel veel regent. Je zou het niet zeggen, maar in Nederland regent het te weinig voor een pinda om te groeien. Ze komen hier dus niet voor. Maar ze komen wel in andere landen voor, nog in Nigeria, Soedan, India, China, Indonesië en in Noord-Amerika. De pinda's die ze hier gebruiken in de fabriek komen uit Argentinië. Want daar zouden de beste pindakaaspinda's voorkomen. De pinda's komen per schip vanuit Argentinië naar Rotterdam, waar de pindakaasfabriek staat. Ze komen gedopt en met het vliesje er nog omheen de fabriek binnen en worden dan in deze rauwenotenbunkers gestort.
Voordat de pinda's gebruikt kunnen worden om pindakaas van te maken, testen ze in het laboratorium eerst of ze goed genoeg zijn. En, zijn ze goedgekeurd? Heerlijk. Kleur goed, smaak perfect. Gebruiken. De pinda's komen vanuit deze opslagtankers in de oven terecht. Hier worden ze met vlies en al op 160 graden gebrand. En dat is nodig, want daardoor krijgen ze een goeie smaak en de juiste kleur. Na het branden worden er zoveel mogelijk vliesjes van de pinda's afgehaald voor de juiste smaak van de pindakaas. Dat gebeurt hier in de notenkraker. De notenkraker kraakt de noten, waardoor de vliesjes loslaten. Die worden afgezogen via deze buis en in deze gigantische zakken opgevangen. Hele zakken vol met vliesjes.
Dit is hem nou. De pindamolen. Hier worden alle ingrediënten fijngemalen tot pindakaas. En je zou het niet zeggen, maar in dit kleine apparaatje worden ieder jaar zo'n 20 miljoen potten pindakaas gemaakt. En dat doet hij al meer dan 60 jaar.
Wat is nou het recept? Wat zit er allemaal in? Nou, pindakaas bestaat voor 80 procent uit gebrande pinda's. Voor één zo'n potje van 350 gram heb je dus zo'n 600 gebrande pinda's nodig. En dit zijn de andere grondstoffen voor pindakaas: soja-olie, dan hebben we nog zout. Dextrose, dat is een soort druivensuiker. En dan is nog een geheim ingrediënt, dat zit in deze tank. Het is een plantaardig vet, kijk zo ziet het eruit. En dat zorgt ervoor dat die pindakaas lekker stevig wordt. Dit is dus heel erg geheim.
Even een testje. Als je nou alleen olie, pinda's, beetje zout, beetje suiker door elkaar doet, dan krijg je dit. Die pindakaas is hartstikke vloeibaar. Het wordt echt een smeerboel, niet alleen op je handen maar ook op je boterham. Doe je er nou een beetje plantaardig vet bij, dan wordt 'ie ineens stevig. Zie je het verschil? Dit kan je op je brood smeren. Alle ingrediënten komen tegelijkertijd door deze schroef en gaan dan naar de maalschijf, waar ze worden vermalen. De afstand tussen die maalschijf kan worden versteld. Met een grotere afstand krijg je grovere pindakaas, met stukjes noot. Met een kleine afstand krijg je hele fijne pindakaas. Even kijken. De pindakaas is nu 72 graden en is vanuit de molen via de leidingen naar de menger gegaan. Hier wordt alles gelijk verdeeld. Daarna gaat de pindakaas via de leidingen naar de voorraadbak. De voorraadbak. Hier zit meer dan vijfduizend kilo pindakaas in, voor meer dan vijftienduizend potjes. Nu gebeurt er iets heel belangrijks. De pindakaas uit de voorraadbak wordt hier supersnel afgekoeld.
Dat afkoelen moet precies goed gebeuren. Hoe, dat is het grote geheim, maar als het goed gaat, wordt je pindakaas lekker smeuïg en stevig. Gaat er iets fout, kijk, dan blijft het een vloeibaar goedje waar olie op drijft. De pindakaas is afgekoeld. En nu kan hij in de potten.
Als de potjes zijn gevuld, moeten ze nog 24 uur in de fabriek blijven. De pindakaas moet namelijk de tijd krijgen om goed stevig te worden. Het smaakpanel is de nieuwe lading pindakaas aan het proeven. Karin, hoe doen jullie dat nou?
We smeren een beetje uit en kijken of hij goed smeerbaar is. We nemen een beetje op onze tong. Wanneer is het nou echt toppindakaas?
Echte toppindakaas is dat je geen oude olie proeft en echt smeuïg. Kijk, het hele potje moet smeuïg zijn. Mag hij nou plakken in je mond, de pindakaas? Hij mag wel plakken maar je moet nog wel kunnen praten.