Wat is polsstokhoogspringen?
Het meest spectaculaire onderdeel van de atletiek. En misschien ook wel het moeilijkste. Polsstokhoogspringen. Wat heb je nodig bij polsstokhoogspringen? Een paar dingen zijn belangrijk. Allereerst natuurlijk de lat. Daar moet je overheen. Tijdens wedstrijden is dat een houten lat. Die ligt op deze houder. Maar omdat wij aan het trainen zijn is het even een elastiek. Op het moment dat je die lat aanraakt, valt-ie naar beneden. Dan heb je je sprong niet gehaald. Bij een wedstrijd krijg je drie pogingen om over de lat te komen. En als dat niet lukt, pech gehad, dan is het voorbij. Met deze hendel kan ik 'm instellen. Op dit schermpje kan ik tot op de millimeter secuur zien hoe hoog die lat ligt. Ik zet 'm nu even lekker hoog. Op, eh... 5 meter precies.
Verder heb je natuurlijk een kussen nodig. Want als je van zulke hoogtes komt, moet je natuurlijk wel lekker zacht kunnen vallen. Dan heb je nog een bak nodig om in volle vaart je stok in te zetten zodat je kunt beginnen aan je sprong. Het gaat erom dat de snelheid van je lopen omgezet wordt in hoogte-energie om zo hoog mogelijk te komen. Dat kan door middel van de polsstok. Je loopt zo hard mogelijk richting de bak. En op het moment dat die stok in de bak terechtkomt, wordt de snelheid van het lopen omgezet in energie om die stok te buigen. De vezels in die stok worden als een soort elastiekjes gespannen. En op het moment dat de stok weer terugkomt in de originele vorm, wordt de energie die je hebt genomen om vooruit te komen omgezet in hoogte-energie. Je gaat omhoog. Dan is het dus de kunst om in een adembenemende krul over de lat op de mat te springen.