Hoe wordt een stripverhaal gemaakt?
Er is niets leuker dan bladeren in een mooi stripboek. Nou ja, een ding dan. Kijken naar een filmpje over hoe stripboeken worden gemaakt. Want voordat je zo'n stripboek in je handen hebt, is er al door veel mensen hard gewerkt. De basis zijn natuurlijk de tekeningen. Maar daar begint het niet mee.
Beeldverhalen bestaan al superlang. Daarom zijn er een soort van herkenningspunten. Meestal volgen we hoofdpersonages in een reis waarin de helden tegenslagen overwinnen. Dat zorgt ook voor structuur in de strip. Om dat goed te vertellen wordt over elk detail nagedacht. Hoe ziet die held eruit? Maar ook: in wat voor wereld bevindt hij of zij zich? En hoe loopt het verhaal af?
Pieter Hogenbirk is striptekenaar. Hij maakt onder andere deze: De Ruyter. Maar hij maakt nog veel meer cartoons en van die korte stripjes, gag-strips. En we gaan even naar 'm kijken.
Pieter, hoe doe je dat eigenlijk? Zo'n strip tekenen?
Eerst verzin je het. Als ik jou als basis neem dan ga ik eerst een beetje kijken. De vorm van je hoofd bijvoorbeeld. Dat is bij jou niet helemaal een cirkel, maar een beetje ovaal. Dan kijk ik van: neusje, oogjes. Ik doe het even heel ruw. Oortjes. En dan overdrijf ik een beetje, die vlechten. Als ik zeg: ik wil er een zeerover van maken. Dan teken ik er een ander mutsje op. Zo ga ik zoeken. Tot ik een vorm heb gevonden, of een figuurtje heb gevonden. Die bij mijn stripje past. En als iemand dan kijkt van een figuurtje met een microfoon, dan denken ze makkelijk: dat is een verslaggeefster. Dan heb ik hier heel ruw drie figuurtjes. Waar ik dan uit moet kiezen. Dan laat ik jou kiezen natuurlijk. Wat je het liefste als stripfiguur zou willen zijn. Ehm... De presentatrice, die vind ik leuk. Kijk. Ja. Stripmakers die besteden veel tijd aan het ontwikkelen van personages. Want een hoofdpersoon in een strip heeft invloed op het verloop van het verhaal. Daarom kiezen ze vaak voor sterke hoofdpersonages met duidelijke karaktereigenschappen.
Pieter, je hebt niet stil gezeten in de tussentijd. Wat heb je gemaakt? Ik heb even geoefend met je koppetje. Om te kijken dat ik daar straks in de strip mee vooruit kan. Ik heb je laten lachen en dromerig laten kijken. Dan weet ik dat als ik je straks laat acteren in het stripje, dat je dat ook kan. Dus, het hoofdpersonages is klaar, maar nu het verhaal nog.
Pieter is nu een ruwe schets aan het maken van de strip. Ja, ik heb al een beetje een indeling gemaakt. Het worden drie plaatjes, zoals je ziet. Hier ga ik waarschijnlijk een silhouetje maken. Het hoeft nog niet precies? Nee, dan kan ik nog een beetje schuiven straks. Hier komt een balloon. Je gaat hier iets zeggen. Dat weet ik al wel. Krijg je een mooie krullenbol hier.
Dus de ruwe schets is zo goed als af. Nu ga je je rode potlood inruilen voor het blauwe potlood. Wat ga je daarmee doen? Ik ga het een beetje netter maken. Je ziet: het zijn lijntjes door elkaar heen. Dan kies ik van de vijf lijntjes de beste uit, bij wijze van spreken. Dus je gaat van heel grof naar iets netter naar definitief. Ja.
Pieter heeft het blad gescand in de computer. Dan haalt-ie het rode lijntje weg van die drukke schets. Dan blijft alleen het blauwe lijntje over. Dan houd je een hele mooie, schone, nette schets over.
Deze schets komt dus zo uit de computer. En dan is het tijd om te gaan inkten. Ja. En dat is eigenlijk een kwestie van heel netjes overtrekken met een pennetje of een fineliner. Ik houd van 'n 'dun-dik lijntje'. Dus je ziet als ik harder duw dat-ie dan dikker wordt. Maar zoals Kuifje, dat noemen ze de klare lijn, daar hebben alle lijntjes dezelfde dikte.
Nu begint het er wel als een strip uit te zien. Alleen mist er nog wat kleur. Pieter moet 'm nog kleuren op de computer. En dat doet-ie vakje voor vakje.
Eva, dit is 'm dan geworden. Aha! Op bezoek bij...
Dit is echt een goed stripje! Haha! Jeetje, ik ben gewoon een stripfiguur. Wie had dat gedacht?