Hoe creëren we ruimte voor de rivier?
Vandaag staat het land hier in Limburg droog.
Maar wist jij dat de gebieden rond de Maas in 1993 en 1995 bijna helemaal onder water kwamen te staan?
Veel van onze rivieren beginnen in het buitenland en stromen door ons land richting de zee. Ze voeren het water af dat ergens in West-Europa als regen valt of als gesmolten sneeuw uit de bergen naar beneden is gekomen.
Als de sneeuw in bijvoorbeeld de Alpen snel smelt en het ook nog eens veel regent, dan kunnen die rivieren dat water maar moeilijk verwerken. Dat gebeurde in 1993 en 1995.
Iedere seconde stroomde er wel 12,5 miljoen liter water Nederland binnen.
Tijdens dit hoog water moesten 250.000 mensen uit de omgeving van de rivier hun huis op zoek naar een veiligere plek.
Ook werden er een miljoen dieren geëvacueerd. Het scheelde niet veel of er hadden nog veel meer delen van Nederland onder water gestaan.
Zo'n gevaarlijke situatie moesten we koste wat het kost voorkomen, dachten we in Nederland. Maar, ja, hoe dan?
Nederland is echt een waterland. We liggen onder de zeespiegel en hebben grote rivieren die water vanuit heel Europa afvoeren naar de zee. En daarom bouwen we al bijna 1000 jaar dijken om ons tegen dat water te beschermen.
Maar juist het plaatsen van die dijken zorgt ervoor dat het water minder ruimte heeft. Dat water moet zich tussen die dijken door persen richting de zee. Als je je dan bedenkt dat er door klimaatverandering steeds vaker zware regenval voorkomt, dan kun je je ook voorstellen dat er ook steeds vaker veel water tegelijkertijd moet worden afgevoerd.
Nu zou je de dijken steeds een stukje kunnen verhogen, maar dat is een hele kostbare operatie en dat kan niet overal.
Dus daarom hebben ze na het hoog water in de jaren 90 gezegd: Weet je wat we doen, we gaan het water mee ruimte geven, bijvoorbeeld door de dijken verder van de rivier af te schuiven. En daardoor wordt het uiterwaardengebied groter. Dat is het gebied tussen de rivier en de dijken. En heeft het water dus meer ruimte om te stromen. Ja!
Nou, het werkt, de dijk houdt het.
Maar dijken verplaatsen is niet het enige. Je kan nog meer doen om de rivier ruimte te geven. Je kan dat uiterwaardengebied ook afgraven, verlagen waardoor er nog meer ruimte ontstaat om het water af te voeren. Ook kan je de rivier dieper maken en je kan naast de rivier een tweede rivier graven. Zo'n extra rivier noem je een nevengeul.
En al het water dat door die nevengeul stroomt, zorgt ervoor dat het water niet meer door de rivier zelf hoeft te stromen. En daardoor stijgt het waterpeil dus minder snel. Ja!
Eén van die plekken waar ze dat doen is hier in Noord-Limburg. Bij de dorpen Wanssum en Ooijen. En ik mag zo met die graafmachine daar meehelpen om een tweede stuk rivier te graven naast de bestaande om op die manier meer water kwijt te kunnen.
Op wel 50 plekken is de afgelopen jaren hard gewerkt om meer ruimte te maken voor rivierwater. Maar dat heeft ook nadelen. Er moesten 250 huizen worden afgebroken en er moest heel veel boerenland worden aangekocht. Maar er moest iets gebeuren om overstromingen in de toekomst te kunnen voorkomen. Kom maar, kom maar, kom maar naar Sosha. Ja!