Waarom komt een boemerang terug?
Kijk, dit hier is een heel bijzonder stukje hout. Dit is een boemerang. En het leuke is als je hem gooit ook als je hem goed gooit dan zou die terug moeten komen naar de werper. Wacht even hoor. Maar de vraag is: hoe kan dat? Voor het antwoord op die vraag ben ik bij de faculteit Luchtvaart en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft. Zo'n boemerang heeft een hele speciale vorm. Aan de bovenkant is hij bol en aan de onderkant is hij vlak. Hij lijkt een beetje op een vliegtuigvleugel. En omdat hij dus eigenlijk een soort van op een vliegtuigvleugel lijkt daardoor kan die vliegen. Inderdaad, omdat er lucht langs stroomt. En hoe dat precies werkt kan ik je wel uitleggen. Wow, wat is dit voor een ruimte? Nou, welkom in onze windtunnel. Deze gebruiken we voor het testen van modellen van vliegtuigvleugels. Die zetten we er zo in en daar heb ik een filmpje van. Je ziet hier een rooklans waar de rook uitkomt en die stroomt over de vleugel. Zo. Je ziet die blauwe bolletjes, dat zijn luchtmoleculen, die zijn er in getekend en je ziet dat die blauwe bolletjes sneller over de bovenkant gaan dan over de onderkant. Veel sneller. Precies. En dat betekent dat de luchtdruk aan de bovenkant van de vleugel veel lager is. Oke. En aan de onderkant zal die juist veel hoger zijn. En hierdoor wordt de vleugel dus omhoog gezogen. Precies. Dus als je dan eigenlijk kijkt naar een boemerang die ook er ongeveer zo uitziet, zal die boemerang ook naar boven gezogen worden. En zo kan een boemerang dus vliegen. Ja, precies. Maar dan snap ik nog steeds niet hoe die ook bij je terug kan komen. Meestal als je met een boemerang gooit, hou je hem rechtop met de bolle kant naar binnen, naar links. Aan de binnenkant. Aan de binnenkant, inderdaad. En wat je dan ziet is dat hij dan eigenlijk een kracht naar de zijkant krijgt. Dan doet die nog iets. Ja. Namelijk, je gooit hem zo, hij gaat ronddraaien. Oh ja. En dat betekent dus dat eigenlijk de bovenkant sneller door de lucht gaat dan de onderkant. Precies. Waardoor de bovenkant een hogere zuigkracht heeft dan de onderkant. En dan zou je verwachten dat ie omklapt. Inderdaad. Maar omdat die ronddraait komt die hop! Zo naar je terug. Gaat ie dat bochtje om. Precies. Ja, ja. Ja. Ja. Kijk, ik heb hier een fietswiel. Ja. Ik heb dit vastgemaakt aan een touwtje. Ja. En net als de boemerang die als het ware zo om zou klappen zodat als ie door de lucht gaat, zal dit fietswiel ook omklappen als ik hem loslaat. Ja. Nu gaat er iets heel bijzonders gebeuren als je hem ronddraait. Kijk, ik ga hem nu loslaten en hij klapt niet om, maar hij gaat draaien. En hij komt ook inderdaad weer terug. Precies. Dus als je nu zou bewegen met de boemerang, maakt ie zo'n rondje. Dat is precies wat de boemerang ook doet. Exact. Whoo! Het ging goed! Hij kwam wel terug.