Bonifatius de bekeerder
Mensen mensen Germanen! Stop met het aanbidden van deze eik. Maar dit is een heilige eik! Kijk uit he mannetje. Dit is de Donar-eik. Raak hem niet aan, of we slaan je in elkaar. Al onze goden zitten in deze eik man. Donar, Wodan, Freya. Welnee. Dat is allemaal onzin. Wat?! Ik zal u bewijzen dat uw goden niet bestaan. Wat krijgen we nou? Want er is maar één God en dat is God, de Vader van Jezus Christus. Daar heb ik nog nooit van gehoord. Het enige ware geloof. Dat is heiligschennis! Ja, jij maakt onze goden kwaad, mannetje. Wodan en Donar zullen wraak nemen. Ze zullen een bliksemschicht op je afvuren. Ze zullen jou in duizend stukjes laten splijten. Nee, nee, nee, want ik word beschermd door mijn geloof. Zo, en dan ga ik nu beginnen. Nee! Nee! Hak hak hak hak. Zo, klaar! Straks valt de hemel naar beneden. Nu komt de wraak van Wodan en Donar en Freya! Oja? En waar zijn die goden van jullie dan, hè? Kom maar hoor Wodan, kom dan maar, ik tel tot drie. 1, 2, 2,5, 2 en driekwart en ...3. Niks. Geen wraak, zie je wel, die goden van jullie bestaan helemaal niet. Als ze zouden hebben bestaan, dan zouden ze wel wat hebben gedaan. Goh, hebben we al jaren goden aanbeden die er helemaal niet waren! Hebben we voor niks gebeden. Dat is toch ook zonde van de tijd? En daar komen we nou pas achter! Dan kunnen we net zo goed...hoe heet dat ook alweer? Christen worden. Want mijn God bestaat wel. Ja ja ja, als jij dat zegt zal dat wel zo zijn hé. Daar ga ik jullie nu dopen. Zet hem op he! En jij bent nu een christen! Kom maar hoor. Zin an.