De eerste kruistochten
We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal. Hallo, hallo hallo, bent u Godfried van Bouillon? Ah hallo, ja, dat ben ik. Ik ben de leider van de eerste grote kruistocht. We zijn op weg naar Jeruzalem. Aha, maar waarom? Om de stad te bevrijden van de Kensuke, zeg maar de Turken, zeg maar de moslims. Die maken het de christenen aldaar onmogelijk het leven. Toen zei de paus: mensen, ga Jeruzalem bevrijden! En voor ons is Jeruzalem een heilige stad he! Ja, maar voor de joden en voor de moslims toch ook? Ik dacht het niet. Jeruzalem is van ons en zij, zij moeten opdonderen! Afblijven met hun klauwen. We gooien ze eruit zodra we er zijn! Kameraden, we zijn er bijna! We zijn er bijna, we zijn er bijna...Hoho. Waarom ben je meegegaan? Voor het geloof he? Strijden voor de paus, ja. Ik had een kort lontje weet je wel, stelen, drinken en vechten. Maar nu ben ik als soldaat voor de paus! Ik ook. Kijk, ik kon niks. Ik wilde niks. Ik had niks. Ja, ik had een enorm rugzakje. Maar nu, maar nu ben ik een echte ridder, een kruisridder! Jaaaa! Oke, hoe was de tocht? We zijn met 100.000 man begonnen en nu zijn we nog met zo'n 10.000 mannen. En waar zijn die andere dan gebleven? Die zijn omgekomen of ergens blijven plakken om zo. Aan een vrouw ofzo, losers. Of ze zijn onderweg tot slaaf gemaakt, ontvoerd en verkocht, ja dat gebeurt he! Sommige zijn ook gewoon teruggekeerd. Die hadden geen zin meer of heimwee. En wat hebben jullie gedaan onderweg? Gewoon roven, plunderen, dat is het gewoon een beetje. Ja, maar dat is toch niet christelijk? Mag dat wel van de paus? Ja joh, alles mag! Want dat is het mooie. En wat we ook doen, liegen, moorden, ongewenste intimiteiten, alles mag van God! Alors, mannen, we moeten gaan anders komen we nooit in Jeruzalem. Nog zes weken te gaan! Zes weken. Nog zes weken? Oui, oui nog zes weken. Jeruzalem here we come! Sorry hoor Godfried, maar ik durf het bijna niet te zeggen...Wat dan? Ik ga terug. Dat duurt me te lang. Maar we zijn er bijna! Maar nog niet helemaal. Maar ik wilde drie maanden geleden al omkeren. Ik heb heimwee naar mijn vrouwen, uw kinderen. Ja ja, dan ga ik ook terug. Want als hij gaat ga ik ook, want zonder hem is er echt niks aan! Wat is dit? Sorry, het lag niet aan jou he. Nouja, alleen aan jou. Ja, kom op. Sorry. sorry. sorry. sorry. sorry. sorry. sorry. Jullie worden bedankt! Succes in Jeruzalem! Pak ze! Pak ze daaro. Alors. We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal...