Het eerste gedichtje in het Nederlands
De hele dag maar Latijnse bijbelteksten kopiëren, jaar na jaar. Ja, het is echt monnikenarbeid. Maar waarom niet in onze eigen taal? Latijn is de taal van de Bijbel. De Bijbel was geschreven in het Aramees he. Spreek jij Aramees? Nou dan! Wat is dat? Niks, dat is van mij. Dat is een gedichtje. Hebban olla vogala nestas hagunnan. Dat is in onze eigen taal! Dat is een probatio pennae, een probeersel van mijn pen, ik had een nieuwe pen gesneden uit hout en ik wilde weten hoe die schreef. Ik vind het mooi. Het is het allereerste gedichtje in onze eigen taal. Dat klopt maar het is van mij dus geef maar terug. Alle vogels zijn nestjes begonnen behalve jij en ik. Waar wachten we nog op? Mooi. Ik vind het mooi. Ben je verliefd Theo? Helemaal niet, geef terug. Theo is verliefd. Theo is verliefd, Theo is verliefd. Dat is gemeen, geef terug. Oke, je krijgt het terug maar je moet eerst zeggen op wie je verliefd bent. Op de dochter van de bakker. Die heeft van die lekkere kadetjes. Weet je op wie ik verliefd ben? Nou? Op de vrouw van de slager. Die is ook mooi, maar niet zo mooi als de dochter van de bakker. Ik ben echt op de gravin. Hohoho. Maarja, het mag niet. Laten we zingen. Alle vogels zijn nestjes begonnen , behalve jij en ik, waar wachten we nog op? Alle vogels zijn nestjes begonnen...He kappen nou! Monniken mogen helemaal niet trouwen en zeker geen nestjes bouwen en kinderen krijgen. Jajajaja. Nee, laat ik het niet merken he, want anders kun je direct vertrekken. Dit is het eerste gedichtje in onze eigen taal. Oja joh? Kappen met dat gezwijmel en een beetje doorwerken. Ja, ja, ja. Alle vogels zijn nestjes begonnen...Behalve jij en ik, waar wachten we nog op? Alle...Vogels zijn nestjes begonnen...