Waarom zijn mensen bang voor heksen?
Hallo en welkom. Wij praten vandaag met de beroemde Heinrich Kramer en hij is de schrijver van het beroemde boek De heksenhamer. Ja, ik weet alles van heksen. Ik heb ze geïnterviewd, getest en ondervraagd. Hoe herken ik de heks? Iedereen kan een heks zijn hier. Kijk, dat meis, jij bent een heks! En hij, die man. Ja, hallo, jij bent een heks, geef het maar toe. Echt niet! Er bestaan dus ook mannelijke heksen, begrijp ik? 1 op de vijf heksen is een man, maar de meeste zijn vrouw. Meestal zijn het mooie vrouwen. En wat doet een heks? Een heks? Hier. Een heks vliegt op een bezemsteel. Ja, ze vergiftigen iedereen, zijn bezeten door de duivel. En wat doen heksen nog meer? Ze eten mensenvlees. Ze offeren baby's, ze vergiftigen waterbronnen. Staat allemaal in mijn boek, dames en heren. Maar hoe weet u zo zeker dat iemand ook daadwerkelijk een heks is? Ga weg heks! Ik ben helemaal geen heks. Je bent wel een heks! Heksentest, kijk, hier dit blaadje, de heksenwaag. Heksen wegen bijna helemaal niks dus wegen we ze, dan komen we erachter. En dan? En dan doen we de priktest. Wij pakken een naald. Heksen voelen namelijk geen pijn. En dan prikken we ze in de armen in de benen prik prik prik prik! En dan komt de mooiste test. De drijftest. Aha en hoe gaat dat om precies, zo'n drivetest? Drijftest, eerst hier de handen en voeten worden vastgebonden van de heks en dan wordt ze in de rivier gegooid, verzwaard met een steen of een stoel. En als zij dan blijft drijven, ja, dan is het een heks. En dan? Dan? Hier, op de brandstapel. Ah, de fik erin. Logisch toch? Ja. En wat als zo'n vrouw dan niet blijft drijven? Niet blijft drijven? Dan is ze onschuldig en dan mag ze gewoon naar huis. Maar dan is ze verdronken. Dan is zij in ieder geval onschuldig verdronken. Dat is fijn om te weten. Ik vind het verschrikkelijk wreed. Wat? Wat mevrouw, u neemt het op voor de heksen? Ik neem het zeker op voor de heksen. Want u drijft een heksenjacht tegen onschuldige vrouwen. Weet jij wat ik denk mevrouwtje? U bent zelf een grote dikke zwarte heks. U bent een heks! Als er hier iemand een vriendje van den duivel is, dan bent u dat zelf, mijnheer Kramer. Een hele fijne middag zeg. Heks! Oh, ik heb hier een dikke pukkel! Ik ben helemaal in het zwart gekleed, zou ik een heks zijn?