Naar school in de Middeleeuwen
Goedemorgen! Zo, dat is snel. Hallo allemaal, ik ben jullie nieuwe leraar. Ik leer jullie Latijn, psalmen zingen en bidden. En ik zeg jullie één ding: Met mij valt niet te spotten. Is dat duidelijk? Ja, meester. Marcus et cornelia in horto ambulant. Je bent te laat! Sorry meester. Jij bent ook te laat. Sorry meester. Het spijt me. Wat krijgen jullie als je te laat komt? Straf. Maar wat voor straf? Een tik met de plak op de vingers of de billen. Of met een roe, of met de hand. Precies. Hier heb ik de plak. Hier heb ik de roe. Wil je een tik op je billen of op je vingers? Of allebei? Ja, dat moet dan maar. Kom maar met de plak dan. De plak. Ja, doe dan. Ja, komt er nog wat van? Ik kan het niet. Ik ben een slechte leraar, sorry, ik kan niet lesgeven. Een leraar die niet kan slaan, dat is toch niks? Maar heeft u dan geen andere straffen? Ik kan jullie een bord omhangen met een ezel, domoor of het schandbord. Oké, doe mij maar het ezel-bord. Dan doe ik het domoor-bord wel. Goedzo. Gauw in de hoek staan. Moet je maar niet te laat komen. En de volgende keer... Wat? Gaat u dan slaan? Ja nee, ik kan niet slaan. Zeg het niet alsjeblieft tegen je ouders beloofd, want dan ben ik meteen ontslagen. Beloofd. Oh dank je wel. Goed. En dan gaan we nu beginnen met de les Latijn. Wie heeft het geleerd? Vingers graag. Steek nu je hand op, want anders moet ik slaan. Oh fijn, iedereen heeft het geleerd.