De Mona Lisa
Het wordt mijn grote doorbraak. Jezus, moet ik nog heel lang? Ik noem het de Mona Lisa, de prachtige vrouw met de mysterieuze blik. Ik heb helemaal geen zin meer zo. Zo nog even. Lisa, ik maak je wereldberoemd. Over vijf eeuwen zullen de mannen nog steeds verliefd op jou worden. Nou, lekker belangrijk. Ik heb gewoon zin om lekker te lunchen met een wijntje erbij, stukje stokbrood... Bijna, Lisa. Ik wou dat je een portret kon maken binnen een seconde, weet je wel? Kijken, klikken, klaar. Maar nee hoor, ik moet hier weer uren zitten poseren. Lisa, Lieve Lisa. Ja, Leonardo, wat is er nou weer? Zou je kunnen glimlachen? Hoezo? Er valt toch niks te glimlachen? Ik heb gewoon honger. Als je niet lacht, sta je er tot in de eeuwigheid chagrijnig op. Ja, duh, maar ik ben chagrijnig. Het is gewoon de rauwe werkelijkheid. Ja toch. Maar je kan toch wel heel even lachen? Smile! Oke. Komt ie. Ja, da's misschien iets te vrolijk. Ja, je zegt dat ik moet lachen. Je gebit is misschien niet helemaal... Wat is er mis met mijn gebit? Niks. Nee niks. Maar het mag een klein glimlachje zijn. Dat de mensen denken: Waarom glimlacht die vrouw? Ja nou euh. Nee nee nee. Denk anders gewoon aan je lunch. Pasta pesto. Ja, dat is het. Dat is het. Perfect. Hou vast! Ja, dat doe ik toch. Denk aan garnaaltjes. Ossobuco. Vind ik ook lekker! Hou vast! Kip met granaatappel. Dat had mijn moeder gisteren. Mmm! En je bent klaar. Omg, wat duurde het niet lang. Ik dacht dat ik crazy werd joh. Ja, dit is het. De Mona Lisa. Met de meest mysterieuze glimlach die de wereld ooit gezien heeft. Nou ik zie gewoon een vrouw met trek, ik ga lunchen. Doei. Mijn meesterwerk, mijn Mona Lisa. Leonardo, als je zin hebt om mee te lunchen, oké, maar dan moet je wel nu komen. Ja ja, ik kom al.