Waarom worden vogels geringd?
Wie beweert dat de Nederlandse natuur maar een saaie bedoening is, die is eigenlijk niet goed snik. Want als je goed kijkt, dan kun je roofvogels zien, flamingo's en zelfs de ijsvogel. Maar je moet er wel voor zorgen dat je goed kijkt. En vooral dat je zelf niet gezien wordt. Wauw! En je denkt misschien: Is het niet een beetje overdreven, dat hele camouflagepak? Maar niets is minder waar. Want vogels hebben verschrikkelijk geavanceerde ogen. Veel beter dan de onze. Ze kunnen veel scherper zien. Ze hebben veel heldere kleuren. En ze kunnen zelfs infrarood zien. En doordat ze infrarood kunnen zien kunnen ze zelfs de plassporen van dieren zien. Ja, het zijn rare vogels. Over rare vogels gesproken…Wat zijn we aan het doen? Vogels kijken. Wil je ze niet van dichtbij zien? Ja, natuurlijk. Maar hoe dan? Ja, door ze te vangen. Vangen? Kom, ik laat het je zien. Oke. Ik mag meelopen met Herman, vogelringer van beroep. Hij beweert dat hij op een dag met gemak 30 vogels vangt. Sinds wanneer is het de normaalste zaak van de wereld om vogels te vangen? Ja, dat is het niet, maar ik ben ringer. Ik mag dat, ik heb een vergunning. Dat doe ik om uit te vogelen hoe de vogels van A naar B gaan, hoe oud ze worden. Eh, waar ze naartoe vliegen en vooral de aantallen willen we weten. Ja, ja, maar hoe doe je dat dan? Je kunt niet een vogel uit de lucht schieten. Hou vast, we gaan ze vangen. Ik heb een mooi net, die gaan we tussen de palen zetten. Kom maar. Oke. Hoppekee. Zo. Wauw. Dat ziet er netjes uit. En vliegen ze hier dan overal in? Dat is de bedoeling. Oke. Het is een kwestie van wachten dan. Nou, nog een belangrijk ding. Een radio ?Ja. Hier gaan we vogels mee lokken. Het moet natuurlijk wel een beetje gezellig zijn voor die beestjes. Verkeerde. Eh...Deze. Ja. Eh, zet je nog even tweede geluid verderop neer? Ja. Oke. Dan hebben we twee plekken. Kijk, die vogels, die horen nu vogelgeluiden. En daar komen er weer andere vogels op af. Het werkt eigenlijk net zoals mensen. Als Nick en Simon gaan zingen, dan komen er binnen een mum van tijd veel mensen op een plein. Wil je nou zelf ook vogels lokken, dan heb je daarvoor een speciaal vogellokkertje. Dit eigenaardige dingetje piept precies als een vogeltje. En als je deze gebruikt en je hebt een beetje mazzel... dan komt er binnen no-time een roodborstje op je af. We zijn nog steeds aan het wachten. En hopen dat er een vogel in ons net vliegt. Zodat we die kunnen ringen. Toch, Herman? Jazeker. Het is hopen dat we wat vangen, want ieder jaar wordt het aantal vogels minder. Herman, hoe komt dat eigenlijk? Dat heeft verschillende oorzaken. We zien dat bijvoorbeeld boerenlandvogels, die zijn in 30 jaar met 70 procent afgenomen. Woo! Dus als er eerst tien waren, dan zijn het er nu nog maar drie. Ja, precies. Heftig, he? Zo! Ja, dat zijn getallen en dat merk je dus door vogelonderzoek. Dan kan je die getallen met elkaar vergelijken van 30 jaar geleden. Maar hoe komt dat dan? Wij als mensen leven hier ook. We bouwden steden en die worden groter. En waar we bouwen, dat is eigenlijk het leefgebied van vogels. We zien ook dat het klimaat er ook mee te maken heeft. Temperaturen worden anders. En door die veranderingen hebben vogels moeite zich daarop aan te passen. Wat kunnen we eraan doen? Maak je tuin zo groen mogelijk. Haal de tegels eruit en, eh...Er is er een in gevlogen! Yes, yes! Kom. Het is een koperwiek, geweldig! O, wauw! Kijk eens effe. Nou, fantastisch. Ja, dit, eh...En is dat niet pijnlijk, zo net? Nee, joh. Het is een hartstikke zacht net. Het is ook de bedoeling dat als we dit onderzoek doen, dat ze heel blijven. Ho. Hij zegt even gedag. Ik heb van die mooie bewaarzakjes. In een slaapzakje. Hoep. Hoep. Die gaat gewoon zo het zakje in? Die gaat zo mee. Waarom doen we dat? Dan wordt hij lekker rustig. Niet angstig dan? Nee, joh. Jij hebt toch ook een lekker warm pakje aan? Maar dat is wat anders dan opgesloten zitten. Net was hij aan het spartelen en nu zit-ie erg rustig. O ja. En nu? Nu gaan we de rest eruit halen. Ga je mee? Want als er een vogel in het net zit, volgen er meer. Van goudhaan tot winterkoning. En de vangst van de dag: een roofvogel. Dit is echt superbijzonder. O! Zo! Je ziet het, hij heeft vrij grote poten. Woo! Die gaan dwars door je vinger heen. Nou, dit is het...Je zag dat hij mij bijna te pakken had. Eh, gaan we deze ook ringen? Jazeker. Zeker, zeker. Oke. Nou, laten we het gaan doen. Ik dacht een lekker rustig beroep, maar dit is soms echt gevaarlijk. Ja, haha. Bizar, he? Bizar. Ik pak even het boekje. Wat een vogel, zeg. Ja, dit is... uniek. Deze is voor jou. Ik ben blij dat ik hem niet hoe vast te houden. Deze krijgt een aparte ring. Even zoeken. Is het niet ontzettend eng om zo'n ding vast te houden? Met die enorm scherpe nagels. Grote kans dat hij mij zo ook even een 'handje' geeft. Hoe bedoel je? Dat hij mij dus even klauwt. Ja. En dan kan het ringen beginnen. Iedere vogel krijgt zijn eigen ring met een unieke code. Een beetje vergelijkbaar met ons telefoonnummer. Hierdoor is de vogel voor de volgende ringer meteen te herkennen. Dan wordt alles gemeten en genoteerd. De vleugellengte... Punt 7. Een vrouwtjes sperwer. Ja. Staat genoteerd. Om tot slot de sperwer als een soort vogelburrito in te pakken om 'm te wegen. En dan zit het erop. Zullen we 'm loslaten? Oke! Wil jij 'm laten vliegen? Ja, dat wil ik wel. Durf je dat? Ik durf het. Ik ga het gewoon doen! Oke. Daar gaan we dan. 3... 2... 1...Daar ging de sperwer. Ongelooflijk, wat een beest! High five. Maar er zijn meer vogels. Nou, hier hebben we de volgende. Ja. 90.3. 90.3. Afijn, Herman en ik zijn nog wel even bezig om elk vogel door een ringetje te halen. Laten we hopen dat we nog jarenlang van die prachtige beesten kunnen genieten. 63.9. Want liever 100 vogels in de lucht, dan een in de hand. Oe. Doei! Of andersom. Nou ja, je begrijpt wat ik bedoel.