Hoe word je veganist?
Hai. Dit is Coco. Ik voel mij gelukkig als ik bij haar ben. Ik ben Katinka en ik ben elf jaar oud. Ik woon nu bij mijn moeder in Schiedam, maar ik woon soms ook bij mijn andere moeder. En ik heb ook nog twee broers. Die wonen bij mijn moeder in Rotterdam. En ik ben vegan. Vegan lippenbalsem. Een Tie dye shirt. Getiedyed met vegan verf. Vegan betekent meer dat je geen dierlijke producten eet of gebruikt. Dit armbandje is gemaakt uit plastic uit de oceaan. Schoenen, die zijn vegan. Dit blijkt op leer, maar dit is vegan, dus geen echt leer. En deze trui is helemaal vegan. Heb je lekker geslapen? Ze had artrose in haar achterbeen, hier. En haar hoeven waren veel te kort. En in die heup had ze veel littekenweefsel. En ze was waarschijnlijk heel ongelukkig. Ja, je bent lief. De eigenaar van wie we haar hadden gekocht, zei wel: Je kan haar ook teruggeven, dan krijg je een ander paard, maar dat wouden we niet...want we wisten niet wat er dan met haar zou gebeuren. Ik vind dat de dieren heel lief zijn en heel zacht. Daardoor heb je een soort van band met ze. Ik vind dat ze wat liever zijn dan mensen. Je kan wel vegetarisch zijn, dat is ook heel goed, maar het heeft toch niet echt zin. Want nog steeds als je vegetarisch bent, zijn er dieren die lijden. De dingen die voor de dieren zijn, worden daar ook voor bedoeld. De melk voor de kalfjes bijvoorbeeld. Dat is niet voor de mens. Je hebt ook gewoon amandelmelk, dat kun je ook gebruiken. Dit is melk, geen melk van koeien, maar vegan. Die mag er helemaal in. Maar niet alleen bij kalfjes, ook de eieren van een kip. De kuikentjes worden een soort van vlees gemaakt. Ik heb er geen goed gevoel meer bij. Je hebt ook veel dingen zonder dierlijke producten die lekker zijn. Dus zonder dieren die lijden. Die koekjes worden de taartbodem. Is dat nou echt boter? Nee, vegan-boter. Een taart maakt niet voor de hele wereld verschil, maar wel voor de mensen om me heen. Ze vinden het meestal net zo lekker of nog lekkerder zelfs. Dus dan worden ze zich ervan bewust. Ik droom ervan dat we over 30 jaar zeggen tegen onze kleinkinderen: Ooit aten we dieren. Dus dat we dan geen dieren meer eten en geen melk meer drinken. En geen eieren meer eten. Ik vind hem heel lekker. Ik ook.