Waarom heeft de wolf zo’n slechte naam?
Groot natuurnieuws: de wolf is terug in Nederland. En hier ergens in de bossen op de Veluwe zijn er sinds kort weer een paar gezien. Maar eerst willen we keihard bewijs dat de wolf daadwerkelijk in deze regio geweest is. Daarom ben ik vandaag op pad met boswachter Laurens. Die heeft net zo'n goede speurneus als de wolven zelf. We gaan nu op zoek naar wolvensporen? Ja, we moeten goed kijken op het pad of we iets zien liggen. Dat is moeilijk, want er liggen bladeren overheen. Ja, maar midden op het pad kan een goede drol liggen. Haha, ja? Die zijn vaak zo groot, dat je die echt wel ziet. Oke. Hoe komt het eigenlijk dat de wolf zo'n slecht imago heeft? We kennen allemaal de sprookjes, Roodkapje, De zeven geitjes. De drie biggetjes. Iedereen was als de dood voor die sluwe, meedogenloze, woeste monsters. Dan had je nog de mythes over weerwolven. Als je die verhalen met de paplepel ingegoten krijgt, is het niet gek dat iedereen bang is voorwolven. Laurens, zijn wolven echt monsters? Nee, wolven zijn zeker geen monsters. Het zijn hele sociale familiedieren. Ze leven in roedelverband. Alles staat in het teken van het beschermen van hun kroost. De jongen moeten opgevoed worden. Ze doen niks wat hun roedel in gevaar brengt. Dus het zijn zeker geen gruwelijke monsters. De wolf werd altijd gehaat. In heel Europa werd het dier uitgemoord. Ook in Nederland. Boeren waren boos op de wolf omdat ze de schapen zouden vermoorden. In 1868 waren hier de laatste wolven gezien. Daarna verstomde het wolvengehuil voorgoed. Tenminste, zo leek het. Er leefden er nog een paar. En toen de wolf beschermd werd, waaierden ze weer uit door Europa. En nu zijn ze terug in Nederland. Hoe herken ik een wolvenspoor? Ik heb een kaartje mee, dat kan ik laten zien. Hier zie je een wolvenprent. Zo.En een hondenprent. Een hond is veel ronder. Die wolf is meer eivormig. Dat heeft te maken met de manier waarop hij loopt. Maar als ik eerlijk ben, vind ik ze wel op elkaar lijken. Stel dat we hier een spoor vinden...dan zie je niet goed het verschil tussen een wolvenpoot en een hondenpoot. Nee, het is lastig, daar hebben we een methodiek voor. We kunnen een stukje voordoen. Oke, ik ben benieuwd. Stel dat hier de linkervoorpoot van de wolf staat. Oke. Daar zetten we een stokje bij. Dan zetten we de blauwe op rechts. Daar komt dan de achterpoot in. O ja. O, haha. Dit vind ik wel pittig, ik ben niet gemaakt om een wolf te zijn. Je ziet nu een loopspoor ontstaan. Als je een spoor maakt van 100 meter kun je vaststellen of het een wolvenspoor is. Je moet je voorstellen: een hond gaat van links naar rechts dat pad over. Dus die maakt een heel ander spoor. Een kaarsrecht spoor met een bepaalde pas-afstand, dat is kenmerkend voor wolven. Oke. Hee, kijk hier. He? Hebben we hier een wolvendrol te pakken? Dit bewijst dat hij er is. Wat vet. Dan wil ik hem zien ook. Kunnen we die wolf zien? Dat is hartstikke lastig, maar misschien kunnen we een cameraval zetten. Een cameraval? Een camera die we ergens monteren in de hoop dat hij daar langs komt. Hoe zorgen we dat we hem in beeld krijgen? Want een wolf loopt niet zomaar naar een camera. Dan moeten we kijken of we hem naar die plek kunnen lokken. Niet schrikken, Manon. Nee. Dat is wel echt een beetje zielig. Ja, het is ook wel heftig. Deze ree is vanochtend aangereden. Dit soort dieren leggen we terug in de natuur, zodat veel aaseters ervan kunnen profiteren. Dit is de cameraval, die monteren we aan de boom. Maar eerst gaan we de ree op een plek leggen. O, dat is wel zwaar. Zal ik voor lopen? Ja. Het gaat goed. Oke. Loop maar schuin achter mij. Hij ligt op een lekker bedje van mos. Ja. Ik denk dat dit een mooie plek is om hem terug te geven aan de natuur. Voor het eerst is er een roofdier dat op herten en reeën jaagt. Daardoor ontstaat er een bijzondere balans. Die herten en reeën hebben best wat invloed op het bos. Ze eten heel veel boompjes weg en boompjes kaal. Dus we zeggen nu: Waar de wolf leeft, groeit het bos eigenlijk. De wolf is dus eigenlijk een nuttig dier? Ja. In sprookjes komen ze er vaak beroerd vanaf. Oma, wat heeft u grote ogen. Met die gele ogen kan ik super goed kijken in het donker. Oke. En oma, wat heeft u grote oren. Ja, die zijn ook heel noodzakelijk. Want wolven leven in groepen en soms raken ze elkaar kwijt. Met die super goeie oren kan ik het wolvengehuil tot op 10 km afstand horen. Oma, wat heeft u grote tanden. Mijn welpjes zijn vaak de prooi van beren, grote katachtigen of roofvogels. En als ik dan mijn tanden laat zien, laten zij mijn kroost met rust. Allemaal super functioneel dus. Ja. En wij maar denken dat wolven monsters zijn. En dan is het wachten op de zelfgemaakte beelden van onze wolf. En daarvoor hadden we geduld nodig. Veel geduld. Maar dan heb je ook wat. Het is er EEN. Wow, wat vet. Dat dit zo goed werkt. Dat zijn toffe beelden. Ja. Wat een prachtig dier is het. Ja, een aanwinst voor de Nederlandse natuur. Wolven horen hier. Wolven horen hier.