Waarom spreken we in de politiek van links en rechts?

Clipphanger

Sinds onze kindertijd weten we allemaal wat links en rechts is: links is, waar je duim rechts zit. En in de Tweede Kamer weten we het ook: daar is links, waar de linkse mensen naar links moeten kijken om de rechtse mensen te zien zitten. Vanaf de voorzitter gezien tenminste, want vanaf de publieke tribune zitten de linkse partijen rechts. Dit onderscheid gaat terug op de Franse Revolutie (1789), toen in Parijs de Assemblée Nationale werd ingericht, de volksvertegenwoordiging. Daar kwamen aan de rechterkant van de voorzitter de mensen te zitten die fan waren van het oude systeem, en links de mensen die alles juist helemaal anders wilden. Behalve hoe ze zaten, dat vonden ze prima. Sindsdien staat ‘rechts’ voor conservatief, behoudend, en ‘links’ voor vernieuwend en strevend naar rechtsgelijkheid. Maar een onderwerp dat links is, blijft niet altijd links. Zo was in de 18e eeuw het streven naar een vrije markt een uitgesproken links ideaal. Later bleek dat toch niet helemaal te werken, en daarop ging links zich juist richten op het bestrijden van het kapitalisme en werd het behoud daarvan juist een rechts thema. Sommige partijen willen niks te maken hebben met het onderscheid tussen links en rechts, die gaan gewoon recht door zee. Of als ze pech hebben, recht naar de bodem.