Waarom is er zomertijd en wintertijd?
Clipphanger
Een Britse man genaamd William Willett, die kwam al in 1907 met het idee voor de zomertijd. In zijn plan zou op 4 zondagen in april de klok steeds 20 minuten vooruit gezet worden. Dit zou per jaar voor iedereen 210 uur extra zonlicht opleveren, een enorme besparing aan energiekosten én eeuwige roem voor William Willet. Hij wou het.
Maar de zomertijd werd pas jaren later een feit, toen de Duitsers zuinig aan moesten doen vanwege de Eerste Wereldoorlog. Dat ging toen wel op z’n Duits, hup in 1 keer de klok een uur vooruit op 30 april 1916. Nederland deed ook mee, en een paar weken later was ook Groot-Brittannië aan de beurt. Applaus voor William Willet! Die helaas net een jaar eerder zelf het tijdige met het eeuwige had verwisseld.
In Nederland werd de zomertijd na de Tweede Wereldoorlog weer afgeschaft, maar sinds de oliecrisis van de jaren ‘70 zetten we elk VOORjaar de klok weer een uur VOORuit. En hij gaat ook weer een uur achteruit, in het achterjaar. En om deze tijdloze kwestie ook op te lossen: de ‘echte’ tijd, dat is dus de wintertijd. Behalve in de zomer, dan hebben we de zomertijd.