Méér Muziek in de Klas: muzikale verhalen
Hanna en Hamza: een bijzonder pakketje
Hamza is ziek en daarom mag Hanna niet met hem spelen. Maar Hanna vindt er niks aan, spelen in haar eentje. Misschien kan ze een paar bloemen plukken in het park en mag ze die naar Hamza brengen, dat is een goed idee! Ze huppelt de trappen af naar beneden, loopt de grote hal met alle brievenbussen door en duwt dan de zware buitendeur open. Aan de overkant van de weg ziet Hanna de postbode staan. En ineens krijgt ze een nog veel beter idee. Hanna draait zich om en rent naar de lift, ze heeft haast! Boven op hun galerij staat een grote doos van de nieuwe wasmachine, die had mama nog niet opgeruimd. Hanna haalt een dikke zwarte stift uit de keukenla. Ze zit in groep twee, maar ze kan al wel haar eigen naam schrijven. En die van Hamza, want dat hebben ze samen geoefend. Hun namen hebben heel veel dezelfde letters, handig is dat. HAMZA schrijft ze zo groot ze kan boven op de doos. Samen met de doos gaat ze in de lift terug naar beneden. Daar zet ze de doos bij de brievenbussen en kruipt erin. Nét op tijd, want de postbode komt eraan! Hanna’s hart klopt in haar keel. Omdat ze met haar hoofd tussen haar knieën zit, kan ze het zelf extra goed horen. Bonk, bonk, bonk. En nog een bonk, van de postbode, die met haar kar de deur van de flat openduwt. Hanna hoort de voetstappen dichterbij komen. De postbode schuift fluitend brieven in de brievenbussen. Ze zal de doos toch wel zien? ‘Woei, is me dat een groot pakket,’ zegt de postbode ineens. ‘Eens kijken waar die bezorgd moet worden…’ Hanna voelt dat de kleppen van de doos iets naar beneden gedrukt worden. ‘Hamza,’ mompelt de postbode. ‘Maar er staat geen verdieping bij, en geen huisnummer.’ Hanna bijt op haar lip. Dat is waar ook. Zijzelf woont op de vierde verdieping, nummer 80. Hamza woont daar precies boven, op de vijfde verdieping. Dat is ze vergeten op te schrijven. Maar er woont maar één Hamza in de flat, dat weet de postbode toch wel?’ ‘Jammer,’ zegt de postbode. ‘Nu kan ik dit pakket niet bezorgen. Vervelend, want bezorgen is mijn werk.’
Bijna wil Hanna ‘op de vijfde verdieping!’ roepen, maar ze bedenkt net op tijd dat pakketjes niet kunnen praten.
‘Misschien moet ik toch iets beter nadenken,’ gaat de postbode verder. Hanna houdt haar adem in, zó spannend vindt ze het.
‘Volgens mij heb ik dat jongetje Hamza wel eens gezien. Hij woont geloof ik op de vierde verdieping.’ ‘Nee!’ roept Hanna. ‘De vijfde!’ Eventjes is het stil. ‘O ja, het is inderdaad de vijfde, nu weet ik het weer,’ zegt de postbode. ‘Wat vreemd, waar kwam die stem vandaan?’ Hanna zegt niks. ‘Nou ja, het zal wel tovenarij zijn,’ zegt de postbode. ‘Laat ik dit pakket dan maar gauw in de lift zetten!’ De postbode probeert de doos op te tillen. ‘Woei!’ zegt ze en ‘hmpff.’ Hanna is te zwaar! ‘Bezorgen zál ik dit pakket,’ mompelt de postbode. ‘Misschien kan ik het duwen.’ En ineens schuift Hanna met doos en al over de vloer. Het lukt! ‘Een goede postbode verzint altijd een oplossing,’ zegt de postbode. ‘En ik bén een goede postbode, vind je niet?’ ‘Ja!’ roept Hanna. Meteen slaat ze haar hand voor haar mond. ‘Dat dacht ik ook,’ antwoordt de postbode, alsof pratende pakketjes de normaalste zaak van de wereld zijn. ‘Ik wou dat alle pakketjes zo dankbaar waren.’ Ze drukt op een van de vele bellen naast de lift.
‘Wie is daar?’ klinkt de stem van Hamza’s vader een beetje krakerig door de intercom. ‘De postbode! Ik zet een pakket in de lift!’
‘O?’ zegt Hamza’s vader verbaasd. ‘Ik heb helemaal niks besteld.’ ‘Het is voor Hamza, die woont toch op dit adres?’
‘Ja.’ ‘Nou, dan komt het er nu aan. Maar pas op: het is heel erg zwaar.’ ‘Dat komt wel goed,’ zegt Hamza’s vader. ‘Ik zal het pakket uit de lift halen, bedankt!’ De deuren van de lift springen open en de postbode duwt Hanna naar binnen. ‘Dag hoor!’ ‘Dag!’ roept Hanna. Dan gaan de deuren dicht en zoeft het pakketje voor Hamza omhoog, helemaal naar de vijfde verdieping.
‘Ping!’ zegt het belletje van de lift. ‘Huh, een wasmachine,’ zegt Hamza’s vader. ‘Het moet niet veel gekker worden.’ Hij trekt het pakket naar zich toe en dan gaat Hanna met doos en al de lucht in, Hamza’s vader is écht heel sterk, want hij werkt in de sportschool. ‘Hamza!’
‘Ja?’ klinkt het een beetje schor. ‘Waarom heb jij een wasmachine besteld?’ ‘Ik heb helemaal geen wasmachine besteld!’ zegt Hamza. Zijn vader zet de doos op tafel.
‘Maakt geen kabaal en wast het schoonst van allemaal,’ leest Hamza’s vader. ‘Nou, ik vind het zonde van je zakgeld, maar ja.’ Hij opent de kleppen van de doos en dan… ‘Hoi,’ zegt Hanna. ‘Hanna!’ roept Hamza blij.
Hanna klimt uit de doos en springt op de grond. ‘Ik verveelde me zonder jou en toen liet ik me bezorgen.’
‘Ik verveelde me ook!’ roept Hamza. ‘Wat zullen we gaan doen?’ ‘Ho!’ roept Hamza’s vader. ‘Ik denk dat we dit pakketje moeten terugsturen. Er klopt niets van, het is geen stille wasmachine, maar een lawaaierig roodharig meisje!’ ‘Dat geeft niet!’ roept Hamza gauw. ‘Dit is veel leuker dan een wasmachine.’ Hamza’s vader zucht diep en schudt zijn hoofd. Hij pakt zijn telefoon en belt Hanna’s moeder. Hanna en Hamza wachten in spanning af. Straks was alle moeite voor niks! Maar dan horen ze Hamza’s vader zeggen: ‘Als Hamza te moe wordt stuur ik het pakketje terug, oké?’ Hanna en Hamza geven elkaar een boks. Gelukt!